Ach, men kan de dood enkel verwijten
ongewoon harteloos te zijn.
Als m’n rozen verwelken, gebruik de blaadjes
om doodskisten te versieren.
Ondanks de zwarte gaten in mij,
wil ik de klus niet meer klaren.
Och, voor de radiostilte was het gewoon
weer dat vervloekte gedonder.
Indien signalen ooit zouden komen,
zou ik ze niet voelen door mijn achtergrondruis.
Ik denk dat ik vooruit ga
zonder ooit te geloven dat het zo is.
—
Al wil duisternis me telkens verleiden,
om mee te gaan.
Altijd zal ik jouw ogen voor mij zien
omdat die me door tunnels geleiden.
Omdat jij de gereedschapskist verstopt,
weet ik de hamers weer te vinden.
Och, na die stilte is het gewoon
weer jij en ik.
Indien ik ooit zou verloren lopen,
zorg jij dat ik niet eens was vertrokken.
Ik denk dat ik vooruit ga.
Zonder jou zou ik dat nooit geloven.
door Sanne Leenders