Ik heb je nodig,
en God, wat haat ik dat.
Dat ik zo zwak ben geworden.
Mijn vensterbank schuldig aan het getuigen van de talloze keren dat ik je heb verslonden.
Jouw kruimels gaan dagelijks in het niet.
Asresten laten een eeuwige druk achter;
je kan het echter soms alleen zien met een oog voor detail,
gelijkerwijs het aan mij te bemerken is.
Nee, van buiten zie je niets.
daar zorg ik wel voor.
Want de schade die hij heeft aangericht,
is permanent.
Net als die pakjes Marlboro dat doen.
Niets anders is eeuwig;
buiten de ellende van deze vorm van zelfvernietiging, blijft niets.
Het is oké,
ik maak de schade wel erger.
Erger en erger,
zodat ik zeker weet dat,
in ieder geval,
íets blijvend is.
Zodat ik zeker weet dat er,
in ieder geval,
vervangende beschadiging is voor hetgeen wat jij hebt veroorzaakt.
Per slot van rekening,
is álles vervangbaar.
Die heb jij mij geleerd.